Het is tijd voor een terugblik op het werk van het afgelopen schooljaar, dat in Peru in maart begint en voor Kerst sluit. In dit stukje kijken we naar ontwikkelingen binnen de programma’s Welzijn en Seksuele educatie.
Deze programma’s hebben veel met elkaar gemeen. Beide gaan ervan uit dat het voor een gezonde persoonlijke ontwikkeling belangrijk is om van jongs-af-aan de juiste informatie te krijgen over onderwerpen die soms taboe zijn en waar niet altijd openlijk, eerlijk en met respect over wordt gesproken. Welzijn richt zich op de sociaal-emotionele ontwikkeling van basisscholieren. Het programma Seksuele educatie, met een veel bredere opzet, wordt uitgevoerd op scholen voor middelbaar onderwijs.
Welzijn is onderdeel van het Kuskalla project op basisscholen. Tot nu toe heeft vooral de scholing van docenten centraal gestaan. Het bijbrengen van sociaal-emotionele vaardigheden vereist een speciale aanpak waarbij je veel rekening moet houden met de cultuur en denkwereld van de kinderen. Dit is nauwelijks te vergelijken met, bijvoorbeeld, het geven van een les rekenen. Voor veel docenten betekent dit een grote omschakeling. Vanaf de start van het nieuwe schooljaar in maart 2026 zal het programma worden uitgevoerd.
Het Seksuele educatie programma draait nu twee jaar op scholen voor middelbaar onderwijs waar de leerlingen één of twee weken achter elkaar verblijven omdat de afstand tussen school en thuis te groot is om de tocht elke dag te maken.
Het programma is grotendeels volgens plan verlopen. We merken aan de houding van de leerlingen dat de workshops seksuele educatie een positieve bijdrage leveren aan hun ontwikkeling. Zo zijn ze tijdens de bijeenkomsten wat losser en vrijer geworden en durven ze eerder (persoonlijke) vragen te stellen.
We merken daarnaast dat het werk meer geaccepteerd wordt door leidinggevenden van de diverse scholen. Tegelijkertijd bevordert dat hun autonomie. Ze kijken goed naar de eigen situatie en passen de workshops daarop aan zodat niet al het werk volgens een standaardplan hoeft te verlopen.
Een ander resultaat is een goede samenwerking van HoPe met instanties zoals de plaatselijke politie, gezondheidscentra, CEM (Centro Emergencia Mujer), hulp voor vrouwen en de DEMUNA (Defensoría Municipal del Niño) gemeentelijke kinderbescherming.
Deze instanties sturen regelmatig afgevaardigden naar de scholen om over diverse onderwerpen te praten. Zo is er de afgelopen tijd veel aandacht geweest voor mensenhandel, een groot probleem in de gebieden waar de leerlingen vandaan komen. De inbreng en steun van andere instanties zorgt ervoor dat de onderwerpen actueel blijven en aanspreken.
Er zijn, naast de positieve ontwikkelingen, ook punten naar voren gekomen waar we meer aandacht aan moeten schenken, zoals aan moeilijkheden die kunnen ontstaan wanneer leerlingen en docenten langere tijd dag en nacht samenleven. Hiervoor werkt HoPe nu aan een betere en meer frequente begeleiding.
Wat het werk ook uitdagend maakt is de voortdurende wisseling van personeel. Docenten, schooldirecteuren, onderwijsspecialisten en psychologen die betrokken zijn bij het programma leven vaak in moeilijke omstandigheden en vertrekken zodra ze dichter bij hun eigen huis een baan kunnen vinden. HoPe heeft hier vaak mee te maken. Het zorgt ervoor dat het werk af en toe niet helemaal volgens plan verloopt, maar het heeft nooit geleid tot stilstand. Ook nu gaan we met goede moed en nieuwe plannen een nieuw jaar tegemoet.