Het werk op vier middelbare scholen

Het HoPe onderwijsprogramma van 2020 heeft zich in rap tempo moeten aanpassen aan de coronacrisis. Er is een digitaal lesprogramma ontwikkeld met speciale aandacht voor cursussen voor docenten en schooldirecteuren. Leerlingen op afgelegen plekken zonder internetverbinding worden voorzien van lesmateriaal en krijgen regelmatig begeleiding ter plekke. HoPe heeft weer laten zien dat het zich niet uit het veld laat slaan door noodsituaties. 

Hier belichten we het werk van HoPe in 2020 op vier middelbare scholen. Het gaat om scholen voor leerlingen die te ver weg wonen om er elke dag naar toe te kunnen gaan. Op drie scholen geldt de Alternancia methode. Dat wil zeggen dat de leerlingen in twee groepen worden verdeeld en om de beurt twee voltallige weken, inclusief de weekenden, op de scholen verblijven. De andere twee weken zijn ze thuis om hun families te helpen met het werk op het land en het vee. Met de vierde school is HoPe al jaren goed bekend. Het betreft de middelbare school van Patacancha en de Albergüe waar leerlingen het hele schooljaar door van maandag tot vrijdag verblijven.

De resultaten van het afgelopen jaar werden in januari openbaar gemaakt. Tijdens een latere bijeenkomst werd vermeld dat het niveau van het onderwijs op Alternancia scholen landelijk was gedaald, maar dat dat niet het geval was voor de drie scholen onder toezicht van HoPe.

Het onderwijsprogramma is breed opgezet met aandacht voor geactualiseerd digitaal lesmateriaal, de ontwikkeling van een gedegen wettelijk verplicht jaarplan, virtuele cursussen voor docenten en schooldirecteuren, en doorlopende professionele begeleiding. Vanwege de aard van de scholen wordt er extra aandacht besteed aan het samenleven met elkaar, het creëren van een veilige plek ver van huis. Er is ruimte gemaakt voor feedback, delen van ervaringen en evalueren. 

Het is gelukt om 299 Alternancia leerlingen, ongeveer 88% van het totaal, het hele schooljaar door te begeleiden. Bij de Albergüe geldt dat voor 121 leerlingen, oftewel 76%.

Het nationale curriculum is leidraad, maar er is daarnaast ruimte gemaakt voor de plaatselijk cultuur en de lokale behoeftes van de leerlingen. Dat houdt in dat bijvoorbeeld ook landbouw en veeteelt op het lesprogramma staan. Daarnaast worden de leerlingen begeleid bij het opzetten van bedrijfsplannen. 

Huisbezoek is ook onderdeel van het programma. Docenten krijgen hierdoor een indruk van de thuissituatie en eventuele problematiek. Vooral wordt er gelet op tekenen van huiselijk geweld, een probleem in veel gezinnen. Het is een thema dat verder aandacht krijgt in workshops met de gemeenschap.

Er wordt ook gelet op de verschillen in prestaties van en behoefte aan ondersteuning bij mannelijke en vrouwelijke leerlingen. Hierbij valt het op dat 24% van de jongens en maar 5% van de meisjes van Alternancia-scholen extra tijd nodig heeft om de gewenste eindresultaten te behalen. Bij de Albergüe is het verschil veel kleiner: 28% van de jongens en 23% van de meisjes. Maar ook hier is er een verschil. Laten we op zoek gaan naar een verklaring!

anbi

...en druk enter
...en druk enter